Homeopathie: een natuurlijke geneeswijze

Iedereen heeft vast wel van homeopathie gehoord, maar wat is het nu eigenlijk? Laten we het even aan de hand van een voorbeeld bekijken.

Stel: we hebben last van koude voeten. Een logische reactie zou zijn om onze voeten te verwarmen. Dat zou ook de visie van de reguliere geneeskunde zijn. Maar zodra de warmtebron er niet meer is, zouden onze voeten al snel kouder zijn dan voordien. Het lichaam krijgt namelijk een signaal dat de voeten te warm zijn en doet ze nog meer afkoelen.

Een homeopathisch arts daarentegen zou ons adviseren met blote voeten in de sneeuw te lopen. Zo worden onze voeten in eerste instantie nog kouder, maar zodra we terug binnen komen zullen ze vanzelf gaan gloeien en warm aanvoelen. Op die manier stimuleren we het interne mechanisme om de voeten extra te verwarmen. Je zou kunnen zeggen dat we het probleem bestrijden met – inderdaad – het probleem.

De levenskracht van de patiënt

Zo komen we bij een belangrijk principe van de homeopathie: als we een klacht bestrijden met iets wat hetzelfde effect heeft, dan zorgt de reactie van het organisme er zelf voor dat de klacht verdwijnt. We doen als het ware een beroep op de levenskracht en het herstelvermogen van het lichaam om zichzelf langdurig te genezen.

De homeopathische geneeskunst maakt gebruik van de stelling dat een stof die bepaalde verschijnselen veroorzaakt, ook in staat is dergelijke verschijnselen bij zieke dieren te genezen.

Een homeopathisch geneesmiddel spreekt dus het natuurlijk herstelvermogen aan. Om vergiftigingsverschijnselen te voorkomen worden homeopathische middelen niet in hun oorspronkelijke vorm toegediend. Na oplossing, verdunning en schudden blijft de kwaliteit van de stof behouden en werkt ze krachtiger en op een meer verfijnd niveau door, afgestemd op het natuurlijk herstelvermogen van het dier.

Naast de gelijksoortigheidswet is het tweede principe deze van de potentiëring. De homeopathische geneesmiddelen worden hoofdzakelijk bereid vanuit drie bronnen, de drie Rijken van de natuur: planten, dieren en mineralen. Eerst wordt de moedertinctuur gemaakt: dit is een aftreksel op basis van alcohol. Vervolgens zet men verdunningsreeksen op, waarbij na elke verdunningstrap krachtig geschud wordt (dynamisatie).

Een holistische aanpak

Bij de klassieke homeopathie staat het gehele dier centraal en daarom bekijken we niet één symptoom: het gehele dier wordt met al zijn eigenschappen in acht genomen. Dat is wat we bedoelen met een holistische aanpak.

Homeopathie gaat ervan uit dat alle tekens van ziekte zowel bij de mens als bij het dier, een uitdrukking zijn van dys-harmonie en dat de totaliteit van de persoon of het dier moet worden behandeld en niet enkel de ziekte.

De dierenarts-homeopaat bekijkt het dier in zijn geheel. De ziekte wordt niet afzonderlijk bekeken, maar als iets dat deel uitmaakt van een groter geheel, waarbij de homeopathische behandeling het zelfherstellende vermogen van het lichaam stimuleert.

Door op deze manier naar gezondheid en genezing te kijken, komen alle ziektebeelden in aanmerking om op een alternatieve manier te behandelen of kan men zo noodzakelijke klassieke behandelingen/operaties ondersteunen.

Reguliere geneeskunde en homeopathie

Waarin ligt nu het verschil met de klassieke geneeskunde? De geneesmiddelen die de huisarts voorschrijven, zijn tegengesteld aan de klacht: als we angstig of opgewonden zijn, krijgen we bijvoorbeeld een kalmerend middel.

In de homeopathie doen we het tegenovergestelde met een geneesmiddel dat gelijksoortig is aan de klachten.

Vaak wordt de homeopathie samen vernoemd met fytotherapie, maar er zijn wel degelijk grondige verschillen. Fytotherapie gebruikt enkel kruiden en planten als geneeskrachtig arsenaal. Nog een belangrijk verschil is dat homeopatische middelen of remedies “gepotentiëerd” worden.